BakkenTerug naar thema overzicht >
Aardappelen kunnen ook gebakken worden in een pan. De aardappelen kunnen vooraf worden gekookt of ze kunnen rauw gebakken worden. Wanneer men rauwe aardappelen wil bakken, dienen ze eerst ongeveer 15 minuten op een zacht vuur met deksel op de pot gaar te bakken. Daarna kunnen ze net als voorgekookte aardappelen 10 minuten aan beide kanten bruin en gaar gebakken worden.
De aardappelen worden steeds in plakjes of kleinere stukken gesneden. Dit is nodig omdat er een groot verschil is tussen de garingstijd van de binnen- en buitenkant van levensmiddelen bij bakken: de pan is 175 °C tot 225°C warm, terwijl de binnenkant van de levensmiddelen vaak niet warmer wordt dan 100°C. Wanneer de stukken te dik zijn, branden ze langs de buitenkant aan terwijl ze vanbinnen nog niet gaar zijn.
Door de aardappelen in kleinere stukken te snijden is het verlies aan vitaminen echter groter door een sterker contact met licht en de warmtebron. Ook is er bij bakken een langduriger contact met de warmtebron. Er is wel geen contact met water waardoor uitloging niet mogelijk is. Deze methode is dus niet beter of slechter dan koken wanneer gekeken wordt naar verlies van nutriënten.
Bij het bakken in een pan wordt vetstof toegevoegd. De vetstof is nodig om aanbakken te voorkomen, het zorgt voor een isolerende laag tussen het oppervlak van het product en de hete pan. Door de vetstof verhoogt het vetgehalte van de bereiding, de aardappelen absorberen het vet.
Gebakken aardappelen bevatten ongeveer 10 gram vet per portie van 200 gram, terwijl gekookte aardappelen nagenoeg geen vet bevatten. Dat is een aanbreng van 10% van de dagelijkse behoefte aan vet. Ook worden vaak smaakstoffen toegevoegd zoals zout en andere kruidenmengsels, waardoor het natriumgehalte kan oplopen.