Voorgebakken frietjesTerug naar thema overzicht >
Aardappelen bestemd voor frieten zijn vaak groter en bevatten weinig glucose om zo de vorming van acrylamide bij bakken te beperken. Ze worden hierdoor best niet te koel bewaard.
Na oogsten worden de aardappelen gewassen en geschild. Bij het wassen worden stenen en grond van de aardappelen verwijderd: in een grote bak met water schuren de aardappelen tegen elkaar en zakken de stenen naar de bodem.
Daarna worden de aardappelen gesorteerd, frietaardappelen moeten namelijk groot zijn om lange reepjes te bekomen, de kleine aardappelen worden verwijderd.
De schil wordt verwijderd aan de hand van een stoomschiller: de aardappelen worden gestoomd onder hoge druk waardoor het water net onder de schil gaat koken. Na een tijdje wordt de druk snel verlaagd waardoor de schil wordt losgerukt. Hierna worden door borstelen in een wastrommel de laatste schilresten verwijderd. Ogen en restanten schil worden daarna nog handmatig verwijderd. Een laatste sortering op grootte vindt ook nog plaats.
De aardappelen worden tijdelijk bewaard in voorraadtanks met water, zodat zuurstof de aardappelen niet bruin kan kleuren.
Vanuit de voorraadtanks worden de aardappelen naar de watersnijder gevoerd in een stroom water. Aan de hand van een pomp worden de aardappelen met grote snelheid in het water vervoerd. De snelheid neemt nog verder toe tot 35 à 55km/u door een vernauwing in de buizen, hierdoor komen de aardappelen ook in de lengte te liggen.
Na het snijden worden de frieten nogmaals gesorteerd. De kantstukjes en te dunne stukjes worden verwijderd, aan de hand van een trilzeef worden ze gesorteerd op lengte. Daarna is er nog een optische sorteerder: aan de hand van een videocamera gekoppeld aan een computer wordt de kleur van de frieten vergeleken met de standaardkleur.