Samenstelling en voedingswaardeTerug naar thema overzicht >
Aardappelen zijn nutriëntdense voedingsmiddelen. Dit betekent dat ze veel essentiële voedingsstoffen zoals mineralen en vitaminen bevatten per hoeveelheid energie die ze aanbrengen. In sommige culturen zoals in Frankrijk en de Verenigde Staten worden ze aan de hand van deze eigenschap als groenten geclassificeerd.
Koolhydraten
De belangrijkste onderdelen van een aardappel op vlak van voeding zijn water, zetmeel, vezels, vitaminen en mineralen. In gewicht bestaat de aardappel vooral uit water (77 %) en zetmeel (20 %). Zetmeel is een complex koolhydraat bestaande uit een aaneenschakeling van duizenden glucose eenheden. Tijdens de vertering komen deze eenheden in het bloed terecht en doen ze dienst als bron van energie: één gram koolhydraten levert 4 kilocalorieën (kcal) aan energie.
Rijst en deegwaren zijn de twee andere maaltijdbegeleiders bij uitstek. Ze zijn energiedenser dan aardappelen: ze leveren bijna 75% meer energie per gram product. Dit houdt in dat men van aardappelen meer kan eten voor eenzelfde hoeveelheid energie, of dat ze dus een groter gevoel van verzadiging geven.
Eiwitten en vetten
De andere energie aanbrengende macronutriënten zijn eiwitten en vetten. Aardappelen hebben in het bijzonder een laag vetgehalte van slechts 0,1%. Wel kan de bereiding het vetgehalte sterk doen toenemen en dus ook het energiehalte beïnvloeden. Potentiële dikmakers zijn: saus, bereide vormen van aardappelen zoals friet, gebakken aardappelen, kroketten en chips en toevoeging van vetstof. Aardappelen op zich zijn dus geen dikmakers in vergelijking met rijst en deegwaren, wanneer ze zonder al te veel toevoeging van vet bereid worden.
Vezels
Daarnaast zijn aardappelen een bron van voedingsvezels. Gekookte aardappelen bevatten per gewicht zelfs meer voedingsvezel dan volkoren deegwaren en rijst. Wanneer men naar het aantal voedingsvezels per kcal kijkt, bevatten gekookte aardappelen twee keer zoveel vezels als gekookte volkoren deegwaren en vier keer zoveel vezels als gekookte bruine rijst. Wanneer men een gekookte aardappel weer laat afkoelen, kristaliseert een deel van het zetmeel, waardoor het vezelgehalte zelfs nog hoger wordt. Dit uitgekristaliseerd zetmeel noemt men resistent zetmeel.
Vezels in de voeding zijn niet af te breken door verteringsenzymen. Hierdoor kunnen ze niet worden opgenomen in het bloed ter hoogte van de dunne darm en komen ze onverteerd in de dikke darm terecht. Dit heeft een positief effect op de gezondheid: de darmflora verbetert, de stoelgang wordt zachter en volumineuzer, constipatie wordt tegengewerkt, …
Vitaminen en mineralen
Aardappelen leveren tot slot ook vitaminen en mineralen. Dit zijn micronutriënten: componenten die in kleine hoeveelheden in de voeding voorkomen. Ze leveren geen energie maar ons lichaam heeft ze wel nodig voor een goede stofwisseling. Elk vitamine en elk mineraal heeft zijn eigen functie in het lichaam, bij een tekort ontstaan er dan ook specifieke ziekten of symptomen.
Aardappelen bevatten de vitaminen B1, B2, B6, B11 en C en de mineralen magnesium, ijzer, fosfor en kalium. Ze zijn in hoofdzaak rijk aan vitamine C en kalium: per portie van 200 gram voorzien gekookte aardappelen voor beide nutriënten in 25% van de dagelijkse aanbevelingen voor jongeren van 15 tot 18 jaar.
Rijst en deegwaren leveren aanzienlijk minder kalium en geen vitamine C. Wanneer men voor deze vervangers kiest, zal men dus een extra aan alternatieve bronnen van vitamine C en kalium moeten consumeren.
Aardappel bevatten ook vrij veel vitamine B1, fosfor, magnesium en ijzer. Ze brengen, weliswaar in mindere mate, ook vitamine B2 aan. Tot slot bevatten ze ook nog kleine, verwaarloosbare hoeveelheden aan natrium, zink en calcium.