De aardappelketenTerug naar thema overzicht >
Er bestaan meer dan duizend aardappelrassen, waarvan meer dan 350 daadwerkelijk geteeld worden en waarvan zeker 125 wilde soorten zijn uit Mexico, Peru, Bolivia en Argentinië. De termen ‘soort’, ‘variëteit’ en ‘ras’ worden door elkaar gebruikt in de lectuur. Aardappelen bestaan dus in verschillende varianten met kleine afwijkende eigenschappen binnen de soort van de aardappel Solanum tuberosum. Aardappelplanten kunnen variëren in teeltcondities, oogstseizoen, producteigenschappen, vorm, kleur, smaak, culinaire type, beschikbaarheid en houdbaarheid. Elke variant krijgt een naam.
Wist je dat?
Het genetisch centrum van de aardappel ligt in de Andes. Dit is een gebied in Zuid-Amerika waar bij de Inca’s reeds 7000 jaar geleden de aardappelteelt plaatsvond. Ze teelden 240 soorten aardappelen, naast nog vele andere gewassen die vandaag de dag nog steeds in de hele wereld geteeld worden.
Er zijn gespecialiseerde wetenschappers, veredelaars, die aardappelvarianten creëren en in stand houden volgens de kenmerken die voor de teelt en de consumptie van belang zijn. Veredelaars kunnen een kwekersrecht verkrijgen op een aardappelras. Dit houdt in dat de houder 25 jaar binnen een omschreven gebied exclusief de nieuwe plantenvariëteit mag commercialiseren. Veredeling omvat enerzijds het kweken of veredelen van nieuwe rassen. Anderzijds omvat het de studie van de grondslagen van het kweken en waardoor dit kan worden verbeterd. Het kweken van nieuwe rassen in het Westen startte in de tweede helft van de negentiende eeuw.