Oogsten en bewarenTerug naar thema overzicht >
Tarwe wordt geoogst wanneer het overgrote deel van de plant geel is, maar enkele groene delen nog aanwezig zijn. De kern van de graankorrels dient volledig gedroogd te zijn, maar verder wacht men beter niet te lang met het oogsten. Een storm of andere slechte weersomstandigheden kunnen een goed gelukte oogst snel verwoesten.
Men gebruikt een maaidorser om de tarwe te oogsten. Bij het maaien worden de halmen een stukje boven de grond afgesneden. Naast het maaien van het gewas dient men het graan ook te dorsen. Bij het dorsen worden de korrels van de halmen losgemaakt. Via een zeef worden de twee onderdelen van de plant gescheiden. De stukken stengel blijven op het veld liggen en worden daarna met een stro-pers in grote balen geperst.
Tenslotte dient men het kaf nog te verwijderen, alvorens het graan gestockeerd kan worden. Men kan dit doen door het graan van de ene in de andere container over te gieten en het kaf via een natuurlijke bries of ventilator te verwijderen. De scheiding gebeurt op basis van gewicht, aangezien de tarwekorrels veel zwaarder wegen dan het kaf en dus sneller naar beneden vallen.
Bewaring
De graankorrels dienen op een droge, koele plaats bewaard te worden. Wanneer de korrel te vroeg geoogst is, is deze nog niet droog genoeg en bestaat er een grotere kans op bederf. Daarom moet te vroeg geoogst graan extra gedroogd worden.